De eerste niet-Britse bestuursvoorzitter uit de geschiedenis van BP heeft veel
ervaring met de talrijke problemen waar een olieconcern in het buitenland
tegenaan kan lopen. Als BP’s ‘minister van Buitenlandse Zaken’, zoals hij
door collega’s werd genoemd, verscheen ‘Bob’ Dudley bijna overal waar een
brandje geblust moest worden ten tonele.
De diplomatieke Amerikaan bouwde vooral internationale bekendheid op als de
topman van de Russische joint venture TNK-BP. Die functie moest hij onder
druk van de Russische autoriteiten eind 2008 uiteindelijk neerleggen, na een
zware machtsstrijd met de Russische miljardairs die mede-eigenaar zijn van
het samenwerkingsverband. Hij zorgde er echter voor dat BP met zijn vertrek
de zeggenschap over het bedrijf niet geheel verloor.
Nadat hij Rusland was ontvlucht, werd hij als bestuurder verantwoordelijk voor
de Aziatische en Amerikaanse operaties van BP. Momenteel geeft de 54-jarige
Dudley leiding aan het rampenteam van BP in de Golf van Mexico.
Dudley moet BP aan een veiliger en schoner imago helpen. Het concern staat
door de ontploffing van een Texaanse raffinaderij in 2005, een zeer
vervuilend lek in een oliepijpleiding in Alaska een jaar later en de ramp in
de Mexicaanse Golf, vooral in de VS te boek als een roekeloze onderneming,
die veel risico's neemt op zoek naar winst. ,,De strategie moet fundamenteel
worden veranderd om het vertrouwen opnieuw op te bouwen'', aldus een
Amerikaanse oliespecialist. ,,Veiligheid zal duidelijk centraal moeten
staan.''
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl